De tempel van Luxor

De tempel van Luxor was het centrum van de belangrijke festival van Opet. De tempel is grotendeels gebouwd door Amenhotep III en Ramses II en diende als de plaats van de rituelen voor dit festival. Het festival zelf moest het menselijke aspect van de heerser met het goddelijke in overeenstemming brengen. Tijdens de 18de Dynastie duurde het festival elf dagen, maar groeide het uit tot een festival van zevenentwintig dagen tijdens de regeerperiode van Ramses III in de 20ste Dynastie.



Luxor tempel


De optocht met beelden van het koningshuis begon in Karnak en eindigde bij de tempel van Luxor. Aan het einde van de 18de Dynastie werd de tocht gemaakt met de aak over de rivier de Nijl. Elke god of godin werd in een afzonderlijke aak vervoerd welke door kleinere boten werd gesleept. De grote menigten bestaande uit militairen, dansers, musici en hoge ambtenaren begeleidden de aak door langs de oevers van de rivier mee te lopen. Tijdens het festival mochten de mensen gunsten vragen aan de standbeelden van de koningen of aan de beelden van de goden die op de aken waren.
Eenmaal bij de tempel gingen de koning en zijn priesters de achterkamers binnen. Daar werden de koning en zijn Ka (de goddelijke essentie van elke koning die bij zijn geboorte werd geschapen) samengevoegd en werd daarmee de koning getransformeerd tot een goddelijk wezen. Bij zijn verschijning werd de getransformeerde koning vervolgens door de menigte toegejuicht. Dit ondersteunde het het ritueel en maakte de koning tot een god. Het festival was de ruggegraad van de heerschap van de farao.




Oude tekening van ingang van de tempel in Luxor