Main Page Content:
Ad Google
De tempel van Kom Ombo
Kom-Ombo ligt ongeveer ongeveer 45 kilometer ten noorden van Aswan. De tempel van Kom Ombo datereert uit de tijd van de Ptolemaeën en is gebouwd op een hoge duin met uitzicht op de Nijl. Met de bouw van de oorspronkelijke tempel is gestart door Ptolemaeus VI Philometor in de vroege tweede eeuw vóór Christus. Ptolemaeus XIII bouwde de buitenste en binnenste hypostijl zalen. De buitenste ommuring en een deel van het hof werden gebouwd door Augustus ergens na 30 vóór Christus, en zijn grotendeels verdwenen. Er zijn ook graven uit het Oude Koninkrijk in de buurt van het dorp Kom Ombo.
De tempel Kom Ombo bestaat eigenlijk uit twee tempels, namelijk een tempel van Sobek en een tempel van Haroeris. In de oudheid lagen hier heilige krokodillen op de oever van de rivier, in de zon. De tempel heeft weinig overblijfselen, allereerst door de veranderende loop van de Nijl, daarna door de Kopten die het ooit gebruikten als een kerk, en tenslotte door bouwers die de stenen van de tempel gebruikten voor nieuwe gebouwen.

De Kom Ombo tempel
Alles is gespiegeld langs de hoofdas. Er zijn twee ingangen, twee hoven, twee colonades, twee hypostijle zalen en twee heiligdommen. Er waren waarschijnlijk zelfs twee groepen priesters. De linker of noordzijde is gewijd aan Haroeris (of Harer, Horus de Oudere), de god met het hoofd van een valk, en de rechterzijde is gewijd aan Sobek, de god met het hoofd van een krokodil. De twee goden worden vergezeld door hun families. Haroeris wordt vergezeld door zijn vrouw Tesentnefert (de goede zuster) en zijn zoon Panebtawy. Sobek wordt door zijn vrouw Hathor en zoon Khonsu vergezeld.
De funderingen zijn alles wat nog over is van de oorspronkelijke pyloon. Voorbij de pyloon was er eens op de binnenplaats een trap die leidde naar een dakterras. De binnenplaats heeft een portiek met zuilen en een centrale altaar. Er is een scène van de Koning die zijn paleis verlaat onder begeleiding van standaarden. In de buurt van het heiligdom is een reinigingsscène. Aan weerszijden van de deur naar de pronaos zijn kolommen gegraveerd met iconen van de lotus (zuid) en papyrus (noorden), de symbolen van de 'twee landen' van Egypte.
In de zuidwestelijke hoek van de pronaos is één kolom die de dualiteit van de tempels juist niet weergeeft. Hier zijn er scènes uit de reiniging van de Koning, zijn kroning en zijn inwijding. Het plafond heeft astronomische afbeeldingen.
De zuilenhal heeft papyrus kapitelen op de zuilen. Hier is er een inventarisatie van de plaatsen van Egypte, de goden van de grote steden en de lokale en nationale festivals.
In de anti kamer zijn scènes die de godin Seshat de lancering van de bouw van de tempel, gevolgd door een scène van de voltooide tempel met de koning gooien natron in een zuivering ceremonie. De trap naar het dak is alles wat is overgebleven van het offerhal. Standbeelden van de goden en de bouwers van de tempel hebben eens de netto-kamer versierd. Op het plafond van de reinigingsplaats in het noorden is nog een afbeelding van Nut te zien. Van de heiligdommen is er weinig over.